skip to Main Content

Veelgestelde vragen

HPV staat voor Humaan Papilloma Virus. Het is een veel voorkomend en zeer besmettelijk virus dat via huid-op-huid contact wordt overgedragen. 80% van alle vrouwen krijgt ooit in het leven een HPV-infectie zonder hiervan klachten te ondervinden. Waar laag-risico HPV vooral genitale wratten kan geven, kunnen hoog-risico HPV leiden tot afwijkende uitstrijkjes en soms baarmoederhalskanker.
Een langer bestaande HPV-infectie kan de cellen van de baarmoederhals dusdanig veranderd dat ze er onder de microscoop afwijkend uitzien. De mate van afwijking kan van zeer gering tot zeer ernstig zijn. Afhankelijk van de ernst wordt er een score aan het uitstrijkje gegeven;
  • PAP 1 = normaal
  • PAP 2 = heel gering afwijkend
  • PAP 3a1 = gering afwijkend
  • PAP 3a2 = matig afwijkend
  • PAP 3b = ernstig afwijkend
  • PAP 4 = zeer ernstig afwijkend
  • PAP 5 = vermoedelijk passend bij kanker.
Een afwijkend uitstrijkje betekent niet direct dat u baarmoederhalskanker heeft. Bij een afwijkend uitstrijkje is de kans het grootst dat het om een goed behandelbare afwijking gaat. In toenemende mate van ernst worden deze afwijkingen geclassificeerd in CIN (cervicale intra-epitheliale neoplasie) 1, 2 of 3.
Na een intakegesprek bij de assistente komt u bij een gynaecoloog. De gynaecoloog voert het kolposcopisch onderzoek uit. Hierbij neemt u plaats op een gynaecologische stoel en zal de gynaecoloog een speculum (“eendenbek”) plaatsen. Dit is eenzelfde soort speculum als de huisarts heeft gebruikt voor het maken van het uitstrijkje. Vervolgens wordt een loep voor de vagina geplaatst en kan de baarmoedermond vergroot in beeld worden gebracht. De baarmoedermond wordt “gekleurd” met 2 vloeistoffen; azijnzuur kleurt afwijkingen wit en jodiumhoudend lugol kleurt het gezonde weefsel donker. Op een beeldscherm kunt het onderzoek live volgen. De gynaecoloog maakt meestal foto’s voor in het dossier. Indien nodig kan er een stukje weefsel (biopt) worden afgenomen voor onderzoek. Afhankelijk van de kolposcopische bevindingen is een aantal vervolgstappen mogelijk;
  • afwachtend beleid (uitstrijkje wordt na 6 of 12 maanden herhaald)
  • poliklinische behandeling van de baarmoedermond (lisexcisie); deze ingreep wordt soms direct aansluitend uitgevoerd.
  • operatie aan de baarmoedermond op de operatiekamer (exconisatie)
Op de poliklinische behandelkamer wordt onder lokale verdoving het afwijkende stukje baarmoedermond weggehaald. Dit gebeurt met een elektrisch verhit ijzerdraadje om te snijden en de bloedvaatjes dicht te branden (coaguleren). Over het algemeen is dit een pijnloze ingreep. Wel kan er een onaangename geur ontstaan van “verbrand weefsel”. Wij adviseren de dag van de ingreep rustig aan te doen. Voor de overige leefregels verwijzen we naar folder en filmpje.
Soms kan een gynaecoloog beslissen geen operatieve behandeling uit te voeren, maar een behandeling met een zalfje aangebracht op een tampon. Deze zalf heet imiquimod (Aldara®) en is een versterker van het afweersysteem. Deze, in sommige gevallen effectieve, behandeling wordt in de richtlijn beschreven, maar officieel is het zalfje hiervoor niet bedoeld.
Meer informatie
Uw vruchtbaarheid wordt niet aangetast door een lisexcisie of een exconisatie. Wel bestaat er bij het herhaaldelijk verrichten van dergelijke ingrepen een toegenomen kans op vroeggeboorte. Gelukkig is dit een zeldzaamheid en veelal vroegtijdig op te sporen.
Meisjes van 13 jaar worden in het Rijksvaccinatie programma een HPV-vaccinatie aangeboden, zie de website voor meer informatie. Of het vaccineren bij afwijkingen zinvol is, is nog niet wetenschappelijk bewezen. Wij voeren op dit moment samen met het Erasmus MC een wetenschappelijk onderzoek uit om deze vraag hopelijk over een aantal jaar te kunnen beantwoorden, klik hier voor meer informatie. Vaccineren buiten het Rijksvaccinatie programma is mogelijk. Dit valt echter buiten de verzekerde zorg en is nog niet wetenschappelijk bewezen effectief. Voor meer informatie omtrent de keuze tot vaccinatie kunt u terecht op de keuzehulp website .
Circa 2 weken na een lisexcisie of exconisatie krijgt u bericht over de uitslag van het onderzochte weefsel. Afhankelijk van de uitslag wordt het uitstrijkje 6 of 12 maanden na de behandeling herhaald. Hoe het traject er na dit eerste follow-up uitstrijkje uitziet hangt af van de uitslag en verloopt volgens vastgelegde stroomschema’s.
Back To Top